Vandaag verlaten we Berastagi, na een chaotisch verlopen ontbijt waarbij het personeel in totale verwarring rond loopt, vertrekken wij, nadat Marina de general manager opbouwende kritiek en aanbevelingen heeft gegeven. Zoals misschien handig om geen koffie in kapotte kopjes te serveren, de stoelen voor de tafel van het lopend buffet verwijderen en de gordijnen in de kamer groter laten maken zodat er niet meer vanuit de gang ruim naar binnen gekeken kon worden, en nog veel meer. Dit advies komt hard aan en de manager onderneemt onmiddellijk actie en laat het volledige bedienend- en keukenpersoneel aanrukken op de veranda om een speech te houden.
Vandaag hopen we Samosir een eiland in het Tobameer te bereiken. Onderweg gaan we natuurlijk van alles zien en zullen we zeker de traditionele huizen van de Batak stam bezoeken.
We rijden weg met een rustige vulkaan op de achtergrond, vanuit de auto is er van alles te zien.
De weg wordt onderhouden maar het lijkt alsof er gedweild wordt met de kraan open.
Opnieuw is er veel veel nijverheid te zien zowel heel modern als ouderwets. Ook treffen we vandaag weer karakteristieke indo’s aan die het prima vinden als ze gefotografeerd worden zolang je het maar vraagt.
Na een tijdje gereden te hebben bezoeken we het traditionele Karo Batak dorp Dokan. Het dorp, huta genoemd bestaat uit één straat met verschillende traditionele huizen, rijstschuren en gemeenschapshuizen. In bijna ieder Batak dorp staat een partukhoan en Waringin boom. Dit is een open ruimte met stenen stoelen en tafels waar vergaderd wordt en recht gesproken. De Waringin boom wordt door de Bataks beschouwd als een levensboom en werd meestal geplant bij de stichting van het dorp of bij het overlijden van een clanhoofd. De huizen van de Batak stammen zijn gemaakt van Pekki hout en met touwen en houten spijkers aan elkaar vastgebonden. De palen waarop de huizen staan, hebben een dubbele betekenis. De ruimte onder het huis wordt gebruikt als stal voor de buffels. Daarnaast eren de Batakkers hiermee ook de God van de landbouw. Het dak heeft de vorm van een boot die aan zowel de voor als achterkant in een punt omhoog lopen. Hiermee eren ze de god van de zon, sterren en hemel. Het binnentreden en verlaten van een Batakhuis gebeurt met eerbied voor deze goden. Terwijl Batakkers de trap omhoog klimmen om het huis te betreden, rijken ze naar een lange bamboe stok. Hiermee eren ze de god van de zon, hemel en sterren. Bij het verlaten van het huis, rijken ze bij het naar beneden lopen naar een korte bamboe stok. Hiermee eren ze de god van de landbouw. De deuren van de Batakhuizen zijn erg laag. De reden hiervoor is dat je buigend het huis betreed. Hiermee eren ze de god van alle spullen in het huis. In elk huis vindt je een replica van het batak huis. Hierin worden de schedels van de voorouders bewaard. Vaak wonen 4 tot 8 families in een huis. De ruimtes worden gescheiden door gordijnen en bamboematten.
De bevalling van een vrouw van de Batak stam geschiedde altijd bij de voordeur zodat iedereen goed kon zien wat er geproduceerd werd.
Op de foto demonstreert Marina hoe dit werd uitgevoerd…..
We wandelen na al dit moois door het dorp en realiseren ons dat de Batak wel een hechte gemeenschap zijn.
Het is een vrije dag en de mannen zijn gezellig aan het gokken, ze worden wel wat onrustig als Marina zonder expliciete toestemming het spel en de toeschouwers fotografeert. Gelukkig draait het niet uit op een lynchpartij en hoeft de Traveler niet handelend op te treden.
En voort gaat het door de hooglanden (zo’n 600 m) naar onze volgende bestemming onderweg de Sipisopiso waterval met een prachtig uitzicht over het Tobameer.
Natuurlijk heeft de Wormholetraveler in alle uithoeken van de wereld fans, dus ook hier vindt ie het geweldig om met zijn fans op de foto te gaan.
Na wat mooie plaatjes en genoten te hebben van het uitzicht rijden we verder richting het Tobameer. Onze laatste stop is bij Pematang Purba waar we het prachtige houten paleis (longhouse) van de Batak koning Simalungun bezoeken. Het is tweehonderdvijftig jaar oud en nog volledig in originele staat.de koning woonde er met zijn twaalf vrouwen die allemaal,hun eigen taak hadden. We komen binnen via een tunnel voorzien van mooie ornamenten.
De main entrance van het stulpje van de koning
Het onderkomen van de koning om te mediteren en te rusten
Het onderkomen van de koningin om te mediteren en te rusten
De slaapkamer voor de dames
Het gastenverblijf
De wachtkamer voor bezoekers van de koning
En voort gaan we want we moeten de ferry halen, om drie uur moeten we op de boot staan anders halen we het eiland niet voor het donker. Jammer is het wel dat er dan net een vrachtwagen de afgrond in rijdt en deze er met vereende krachten weer uit gehaald moet worden. Op typisch Indische wijze wordt er voor gezorgd dat er een complete chaos ontstaat waarbij het voertuig van de Wormholetraveler en zijn companen maar net kan ontsnappen aan totale stilstand gedurende enige uren.
We rijden snel door en komen uiteindelijk bij de veerpont aan die helaas al is volgeboekt ( nee je kan niet reserveren) Gelukkig weten chauffeur Udi en gids Maurice nog een andere pont waar we een half uur later mee kunnen gaan. We wachten en hebben een snelle lunch en kunnen dan de ferry op. We gaan strategisch op de boot zitten zodat we kunnen ontsnappen als hij omslaat. Varen met een open klep lijkt ons namelijk niet geheel veilig.
De ferry is ook een bron van inkomsten voor de plaatselijke jeugd, ze zingen op het schip en collecteren geld, daarnaast gooien mensen munten overboord die door de boys opgedoken worden terwijl het schip al vaart. Ze houden zich aan een touw vast die aan de zijkant van de boot hangt en laten zich zo meeslepen. Niet geheel zonder risico maar dat nemen ze op de koop toe. Het blijkt een lucratieve bezigheid te zijn want ze waren hun geld aan het tellen en hadden al IDR 2 750 000 bij elkaar gesprokkeld. Toch zo’n 175 euro !
Eindelijk komen we op Samosir aan. Samosir is een groot eiland in het Toba meer, dat is ontstaan door een krachtige vulkaanexplosie 30.000 jaar geleden. Samosir is bovendien het culturele en spirituele centrum van de Batak. Hier wonen de Toba Batak. Volgens de Batakkers zijn de Toba Batak de meest pure Batakstam en tevens de grootste in aantal. De Batakkers komen oorspronkelijk uit het laagland van de Himalaya. Toen ze ongeveer 1500 jaar geleden verdreven werden, vestigden ze zich in Sumatra rond het Tobameer en op Samosir. Alle Batakkers geloven dat hier hun voorouders vandaan komen. Si Raja Batak wordt door alle 6 Batakstammen beschouwd als hun voorvader. Het Toba meer is heilig voor de Batakkers.
De Traveler gaat hier twee dagen verblijven in een redelijk luxe resort Toba Cottages genaamd.
Bij het inchecken blijkt dat de Wormholetraveler een traditioneel Batak huis gaat bewonen, gelukkig wel van alle gemakken voorzien.
Na heerlijk een paar uur ontspannen te hebben besluiten we te gaan eten in het Today’s cafe. Een kleine wandeling brengt ons bij het cafe wat inderdaad alle verwachtingen waar maakt;
cocktails waarbij de kok de kokos op de grond raspt voor de pina colada van Marina,
rendang en gado gado, de Traveler & Co zijn in het paradijs geland.
Wat leuk! Hier zijn wij ook geweest! Als je de familie van der Tuuk noemt, dan weet Annette het nog wel. Het plaatsje Tuk Tuk is vernoemd naar mijn overgrootvader.
Ha wat grappig onze gids kent Annette en weet ook de naam van je grootvader. We zijn er inmiddels weer weg maar de gids zal de volgende keer de groeten doen van jullie
Wauw , weer prachtige fotos , mooi allemaal ! 👍