Een lawaaiige waterval en een vergeten stekker

Vandaag vertrekken we uit Patrekfjordur naar Ísafjörður het zal niet een lange tocht worden maar wel een met een aantal hoogtepunten waaronder een zeer luidruchtige waterval. De route voert over een hoogvlakte, waarbij opnieuw steile en bochtige dirt roads, voorzien van los grid en diepe kuilen en haarspeldbochten, genomen dienen te worden. De Traveler heeft geluk want een deel van het traject is zojuist onderhouden. Hetgeen betekent dat een soort oppervlakte schraper de meeste oneffenheden er afgeschraapt heeft en een verse laag grid gestort heeft. Op het rechte stuk kan je makkelijk de 80 halen echter in iedere hairpin voel je de wagen uitbreken. Alle hens aan dek dus.

De eerst stop is Dynjandi een soort van super waterval die uit zeven watervallen bestaat. Dynjandi betekent donderend geluid en daar is niets teveel over gezegd !

Na al dit natuurgeweld te hebben aanschouwd rijden we verder richting Ísafjörður en maken een pitsstop in Thingeyri bij het Simbahollin cafe. Een hippe pleisterplaats die een groen gespoten RET bus voorzien van tafels als mogelijk diner plekje hadden staan. Via een steile helling en paars onkruid in de bermen arriveren we aldaar en genieten van wat lokaal lekkers.

We hebben wat gelezen over een boekwinkel in Flateyri waar je tweede handsboeken kan kopen die afgerekend worden naar gewicht. Het is een leuke zaak waar het lijkt of de tijd heeft stil gestaan. Na een snelle observatie spoed de Traveler zich naar buiten want er dreigt tot aanschaf van boeken over te worden gegaan en iedere gram extra in de koffers zal leiden tot overgewicht wat de Traveler wil voorkomen.

De Traveler begrijpt wel dat het attractie nr 1 is in Flateyri aangezien er niet veel meer te doen is. Het gezelschap besluit dan ook door te gaan richting Ísafjörður. We nemen de Breiðadals-og Botnsheiðagöng (Breiðadals-og Botnsheiðar Tunnel) die leidt naar Flater en Suðureyri en verder naar het zuiden. Deze tunnel is een heuse attractie; het is namelijk een 1-baans tunnel met inhammen, van west naar oost heeft voorrang op het tegemoet komend verkeer. Dit houdt in dat je goed moet inschatten hoe snel iets op je afkomt en gauw je toevlucht nemen op een vluchtstrookje als de lichten van de tegenligger te groot worden.

Eindelijk arriveren we in IÍsafjörður en checken in het hotel alwaar we opnieuw de indruk hebben in een oud ziekenhuis gebouw te worden opgeborgen. Dan komt de Traveler er achter dat hij de stekkerdoos met alle (10) stekkers voor zijn gear (fototoestel, ipad, iphone, gopro etc) heeft laten liggen in Patreksfjordur. Goede raad is duur, na overleg zit er niets anders op dan terug te keren naar het hotel in Patreksfjordur 175 km terug. Het gezelschap besluit eerst wat te gaan eten om daarna op te splitsen; de Traveler en Marina gaan de stekkerdoos ophalen en Ger en Linda blijven achter en verkennen IÍsafjörður.

In een toffe hamburgertent eten we snel een culinaire burger waarna de Traveler in de auto springt vergezeld van Marina om een kleine 350 km heen en weer te rijden. Voordeel is dat het niet donker wordt en in het hooggebergte er niet veel verkeer zal zijn.

Marina begint met rijden en met volle vaart wordt de reis aangevangen. Natuurlijk komen we allerlei onderhoudswerken tegen zoals het maaien van de paarse bloemen in de bermen en het strooien van grit op de dirt roads.

Na precies 2 uur en 15 minuten rijden we voor bij het hotel en halen de bewuste stekkerdoos op. We keren direct weer om en rijden weer terug richting IÍsafjörður.

Het licht in de avond veranderd ondanks dat de zon niet ondergaat en boven de horizon blijft. Het licht wordt langzamerhand roze en in de lucht nemen we zowaar een vorm van Noorderlicht waar, het is alsof iemand een gekleurd gordijn heen en weer beweegt in de lucht. Ook heeft het veranderde licht invloed op de kleuren van de hellingen die er steeds extremer gekleurd uit zien. Zonder snelheid te verliezen jakkeren de Traveler & Co. Weer terug naar IÍsafjörður.

We ontwaren zowaar een skilift, toch wel bijzonder zover weg van de Europese Alpen…

Uiteindelijk arriveren we in IÍsafjörður en klokken af op een prima 4,5 uur durende rit heen en weer door de bergen over dirt-roads waarbij plotseling overstekende lammeren en blinde bochten en onoverzichtelijke hellingen getrotseerd werden.

Het achtergebleven gezelschap onthaalde de dappere rijders met drank en versnaperingen en zo werd het toch nog gezellig. En de Traveler heeft plechtig beloofd de kamer bij vertrek te controleren op achtergebleven zaken.

Leave a Reply