Over een vals kruis, diamanten en een spookstad

Het is midden in de nacht als de wekker gaat en we opstaan met de slaap in onze ogen. We maken dit keer een uitstapje naar Luderitz wat op een uur rijden van Aus ligt. We gaan richting kust om daarna dezelfde weg terug te gaan en dan richting Sossuvlei te gaan waar we opnieuw ons kampement opslaan. De nachtwaker van het Bahnhof hotel brengt ons de ontbijt pakketten en maakt het hek voor ons open.

In het holst van de nacht rijden we richting Luderitz. Het is goed oppassen geblazen want in het donker zie je de beesies niet goed staan en voor je het weet zitten ze op je voorruit. We zijn goed aangekleed want het is maar 4 graden en pas later op de dag wordt het warmer. In een uur rijden we naar het westen, de enige tegenliggers zijn de grote ertsvrachtwagens die ons tegemoet komen.

In het ochtend licht arriveren we in Luderitz en gaan we gelijk door naar Diaz Point. Op zijn opdekkingsreizen langs de kust van Afrika op zoek naar een doorgang naar Indië heeft de Portugees Bartolomeus Dias een aantal gedenktekens achtergelaten. Eén daarvan, een kruisbeeld, werd op 25 juli 1488 opgesteld niet ver van het huidige Lüderitz in Namibië op een landtong die nu Diaz point genoemd wordt. Omdat het originele beeld zich nu in een museum in Windhoek bevindt, staat er (sinds het Dias-jaar 1988) aan de ongenaakbare kust waar Dias het had geplaatst een kopie.

We fotograferen de flamingo’s en de aanwezige zeerobben en aanschouwen deze ruige baai, waar Dias met grote moeite aan land ging.

Daarna doen we een snelle sightseeing in Luderitz waar we de kerk en wat pittoreske straatjes bekijken. Lüderitz is een stad in de regio Karas in het zuiden van Namibië . Het ligt aan een van de minst gastvrije kusten van Afrika. Het is een haven ontwikkeld rond Robert Harbor en Shark Island .De stad staat bekend om zijn koloniale architectuur , waaronder enkele art nouveau- werken, en om zijn wilde dieren, waaronder zeehonden , pinguïns , flamingo’s en struisvogels . Het is ook de thuisbasis van een museum en ligt aan het einde van een momenteel buiten gebruik gestelde spoorlijn naar Keetmanshoop . De stad is vernoemd naar Adolf Lüderitz , oprichter van de Duitse kolonie Zuidwest-Afrika.Het centrum van de economische activiteit van Lüderitz is de haven, tot de oprichting van de enclave Walvisbaai in 1994 de enige geschikte haven aan de kust van Namibië. Lüderitz begon dus zijn leven als handelspost. In 1909, na de ontdekking van diamanten in de buurt, genoot Lüderitz een plotselinge golf van welvaart als gevolg van de ontwikkeling van een diamantkoorts naar het gebied. In 1912 telde Lüderitz al 1.100 inwoners, de inheemse bevolking nog niet meegerekend. Hoewel gelegen in een barre omgeving tussen woestijn en oceaan, nam de handel in de havenstad toe en werd de aangrenzende diamantmijnnederzetting Kolmanskop gebouwd.

Aangezien de tank redelijk leeg was moest er weer getankt worden; tanken is een feest in Namibie er is veel interactie met het personeel en het is heel gewoon dat je zegt dat ze te duur zijn en dat je onderhandelt over allerlei extra’s dat kun je wel aan pensionado overlaten we gaan met een volledig schone auto weer weg. Natuurlijk is de prijs prima een euro nul vijf voor een liter diesel is niet gek.

Omdat er om half tien start een rondleiding in Kolmanskop start haasten we ons naar Kolmanskop. Kolmanskop ( Afrikaans voor “Coleman’s hoofd”, Duits : Kolmannskuppe ) is een spookstad in de Namib woestijn in het zuiden van Namibië , tien kilometer landinwaarts van de havenstad Lüderitz . Het is vernoemd naar een transportchauffeur genaamd Johnny Coleman die tijdens een zandstorm zijn ossenwagen achterliet op een kleine helling tegenover de nederzetting. Ooit een klein maar zeer rijk mijndorp, is het nu een toeristische bestemming gerund door Namdeb, een gezamenlijk bedrijf dat eigendom is van de Namibische overheid en De Beers .

Het begon allemaal in 1908, in het toenmalige Duitse Zuidwest-Afrika, daar vond de arbeider Zacharias Lewala een diamant terwijl hij in dit gebied werkte en liet deze zien aan zijn supervisor, de Duitse spoorweginspecteur August Stauch . Omdat ze zich realiseerden dat het gebied rijk was aan diamanten, begonnen Duitse mijnwerkers zich te vestigen, en kort daarna verklaarde het Duitse rijk een groot gebied tot een ” Sperrgebiet “, en begon het diamantveld te exploiteren.

Gedreven door de enorme rijkdom van de eerste diamantmijnwerkers bouwden de bewoners het dorp in de bouwstijl van een Duitse stad, met voorzieningen en instellingen waaronder een ziekenhuis , balzaal , elektriciteitscentrale , school , kegelbaan , theater en sporthal. casino , ijsfabriek en het eerste röntgenstation op het zuidelijk halfrond, evenals de eerste tram in Afrika. Bovendien had het had een spoorverbinding met Lüderitz .

De stad begon tijdens de Eerste Wereldoorlog in verval te raken toen het diamantveld langzaam begon uit te putten. Begin jaren twintig verkeerde het gebied in een ernstige achteruitgang. De ondergang van de stad werd bespoedigd door de ontdekking in 1928 van de rijkste diamanthoudende afzettingen ooit bekend, op de strandterrassen 270 km ten zuiden van Kolmanskop, vlakbij de Oranjerivier. Veel inwoners van de stad sloten zich aan bij de stormloop naar het zuiden en lieten hun huizen en bezittingen achter. Voor de nieuwe diamantvondst hoefde alleen maar de stranden te worden verkend, in tegenstelling tot de moeilijkere mijnbouw. De stad werd uiteindelijk in 1956 verlaten.

De geologische krachten van de woestijn zijn dusdanig dat toeristen nu door huizen lopen die tot hun knieën in het zand staan. Kolmanskop is populair bij fotografen vanwege de woestijnzanden die deze ooit bloeiende stad heroveren, en het dorre klimaat dat de traditionele Edwardiaanse architectuur in het gebied heeft behouden.

Moeder jachthaven is er serieus van overtuigd dat er nog diamanten in het zand verstopt liggen, het liefst ging ze het Sperrgebiet in met een zeef maar ze heeft er geen 10 jaar gevangenisstraf voor over dus doet ze het niet.

Na een rondleiding van een uur doen we een snelle brunch met onze meegebrachte pakketten en stappen we in voor een lange tocht richting Sossusvlei. de tocht is uitdagend omdat er een groot stuk van de route dirt road is. Gelukkig is er continu iets te zien of vast te leggen.

Vlak voor Aus stoppen we om de wilde paarden te bekijken, hopelijk zijn ze bij de drinkplaats en ja hoor we hebben geluk. Een groep van tussen de 100 en 140 wilde paarden heeft zich in de omgeving van Aus gevestigd. Naar verluid zijn er in 1915 een paar paarden ontsnapt van het Zuid-Afrikaanse leger. Door de chaos die ontstond bij een bombardement van de Duitsers konden ze ontsnappen, maar doordat de Zuid-Afrikanen de Duitsers op de hielen zaten was er geen tijd te verliezen om de paarden te gaan vangen. Dat dit later niet meer gebeurd is, hebben de paarden te danken aan het Sperrgebied wat ingesteld was in 1908 voor de diamanten koorts. Waar een gebied van 100 kilometer afgezet was en niemand mocht komen, geen jagers, maar ook geen paardenvangers. Deze paarden hebben zich met succes voortgeplant en zich aangepast aan het leven in de woestijn. Er wordt gezegd dat deze paarden 5 dagen zonder water kunnen. Ze hebben bijvoorbeeld geleerd om de energieverslindende mars tussen graasgebieden en waterputten alleen te maken als dat absoluut noodzakelijk is en zich rustig en zonder haast te verplaatsen. Zelfs de schaduwloze hitte tot 45°C lijkt hen niet (meer) te deren. Al daalt hun aantal onder de 100 bij hele droge jaren.

Nou we hebben zeker geluk want de paarden laten zich goed fotograferen en lijken absoluut geen hinder van de extreme hitte 40+ C te hebben.

Na al dit moois en voordat de WHT last krijgt van z’n paardenallergie vertrekken we en gaan op weg naar Sossusvlei. We rijden alleen maar C wegen en dat betekent dat de woestijntank in zijn element is, het trekt een stofspoor achter zich aan terwijl er met tussenpozen wel 100 km per uur gereden wordt. Het landschap wordt bergachtig en als we de Zarishoogte Pas op 1600 m overtijden zien we ook andere dieren zoals de klipspringer die bijna onder onze woestijntank schiet.

Even later spotten we de vervet aap

en als we de Namib Woestijn in rijden hebben we de zwarte rug jakhals in de smiezen

als we dan even later ook nog herten en Oryxen spotten, zelfs terwijl we het terrein van de lodge op rijden zijn we helemaal blij.

Het was een pittige dag maar dan heb je ook wat. Na een relaxte borrel op het terras met een spectaculaire Sun Downer,en waar onmiddellijk gebonden wordt met het personeel en we veel tips krijgen over what to do in de Sossusvlei, gaan we aan tafel waar we een oryx steak als hoofdgerecht krijgen voorgeschoteld. Snel regelen we nog een breakfast2go en als afsluiter treffen we zebra’s aan bij de waterplaats voor ons huisje.

Nu gauw gaan slapen want morgen zeer vroeg op pad om als eerste bij Deadvlei en Big Daddy dunes te arriveren.

 

Leave a Reply