De laatste dag is aangebroken en De Traveler en Marina hebben besloten deze in stijl af te sluiten. Er wordt vroeg vertrokken uit het Baron hotel want we moeten ons melden bij het het Þingvallavatn-meer. Het is met zijn oppervlakte van 84 km² het grootste natuurlijke meer van IJsland. Het diepste punt ligt op 114 meter. Aan de noordoostelijke kust ligt Vellankatla, waar prachtig te zien is dat water van onder het lavaveld het meer in stroomt en ook vanuit een onder de oppervlakte gelegen krachtige waterbron gevoed wordt. Het meeste water in het meer is afkomstig van dergelijke waterbronnen. Slechts een klein gedeelte wordt door de Öxará aangevoerd. In deze rivier bevindt zich ook de waterval Öxarárfoss. Minder belangrijke riviertjes zijn de Ölfusvatnsá en de Villingavatnsá. Ook warme bronnen voeden het meer, zoals die van Varmagjá bij Þorsteinsvík nabij Nesjavellir in het zuidwesten. Het water wordt door de Sogið (de Zuiger of de Slurper), de langste bronrivier van IJsland, naar zee afgevoerd.
Het Þingvallavatn is, net als Mývatn, een van de zoetwatermeren op IJsland waar vis in voorkomt. Het water is zeer helder, zeer koud en bevat veel vis, voornamelijk leden van de zalmenfamilie (Salmonidae), zoals de geslachten Salmo en Salvelinus. Het Þingvallavatn is een mooi voorbeeld van een biotoop waar een diersoort in 10000 jaar heeft kunnen evolueren en zich aan de veranderende omstandigheden heeft kunnen aanpassen. De oorspronkelijke trekzalm (of beekridder, de Salvelinus alpinus) is in de afgelopen 100 eeuwen geëvolueerd tot 4 ondersoorten: een visetende en een plantenetende (sílableikja respectievelijk murta op zijn IJslands) soort die zich in het diepe water thuis voelen, en een slakkenetende en een dwergsoort die zich vooral op de bodem thuis voelen. Ook het stekelbaarsje heeft zich tot twee ondersoorten ontwikkeld: een die in diep water leeft, en een die aan de oppervlak zwemt. Een andere veel voorkomende vis is de beekforel (Salmo trutta, of urriðinn op zijn IJslands).
Zoals de naam van het meer al suggereert (“Þingvellir-meer”) maakt Þingvallavatn deel van het Nationale Park Þingvellir uit. Het meer is door meerdere vulkaansystemen omgeven, zoals de Hrafnabjörg in het noordoosten, en het Hengillgebergte in het zuidwesten. De diepte van het meer werd waarschijnlijk ongeveer 12.000 jaar geleden tijdens de laatste ijstijd door gletsjers uitgeslepen. Zo’n 1000 jaar later barstte de nabijgelegen schildvulkaan Skjaldbreiður uit en legde het grootste deel van het huidige lavaveld van Þingvellir neer. Weer 1000 jaar later damde lava uit de Hrafnabjörg de uitgang van het reeds ontstane meer af, waardoor dit zijn huidige vorm kreeg. De beide eilandjes in het meer, Sandey en Nesjaey, zijn restanten van oude vulkanen.
De WHT en Marina melden zich bij de Silfra kloof waar ze gaan snorkelen in 2 graden water. De Silfra kloof ligt in het Nationaal park Þingvellir. Hier ontmoeten de tektonische platen van Amerika en Europa elkaar. Je duikt dus in feite tussen twee continenten. Met een zicht tot 120 meter is dit één van de beste (zoet water) duiklocaties ter wereld. De Silfra kloof ontstond ongeveer 135 miljoen jaar geleden toen deze twee platen uit elkaar dreven nadat ze onderdeel waren van het supercontinent Pangea. Omdat de verschuiving van continenten een doorgaand proces is, drijven de platen vandaag de dag ook nog uit elkaar. De kloof groeit ieder jaar met 7 mm.
We melden ons bij Arctic Adventures en maken kennis met onze gidsen Apollo en Zoltan (respectievelijk uit Griekenland en Hongarije).
Eerst moeten we een verklaring teken waarin de organisatie van bepaalde risico’s gevrijwaard wordt en wij met de hand op ons hart verklaren bepaalde aandoeningen nooit gehad te hebben. Deze onderneming is nooit geheel vrij van risico want het water is 2 gr C en zonder goede bescherming overleef je dit niet langer dan 1 minuut.
Zoals geinstrueerd hebben we braaf onze thermo-kleding aan en daaroverheen gaat een soort van motorpak wat isolerend werkt.
Dan komt het zwaarste van de hele aankleed sessie, het aantrekken van het speciale Arctic Dry Suit. Het is alsof je in een te kleine dwangbuis gehesen wordt en de bloedsomloop begint te protesteren.
Teneinde enigszins soepel de handen uit de mouwen te krijgen worden deze gepoederd met talkpoeder. Om alle openingen waterdicht af te sluiten worden mouwen en hals voorzien van rubberen riemen die stevig aangesnoerd worden. De Traveler heeft het gevoel dat ademhalen steeds lastiger wordt, maar na een paar minuten voelt alles redelijk normaal. Uiteindelijk zijn we in de pakken gehesen en klaar om te duiken.
We lopen met onze gear naar het platform en met onze gids Apollo gaan we te water.
Het koude water loopt in de wetsuit-handschoenen en de wet-suit hoofdkap en na de initiële schok van KOUD neemt het water de temperatuur van het lichaam aan. Dan ontvouwd zich een prachtig panorama onderwater, de Silfra. Het water is glashelder en je kan honderden meters verzien. We snorkelen op ons gemak de kloof uit en zien duidelijk de breuklijn die ieder jaar groter wordt.
Uiteindelijk na een kleine drie kwartier waarbij de lippen van de Traveler zwaar onderkoeld aanvoelen, besluiten we het water uit gaan, onze fantastische snorkeltocht is tot een goed einde gebracht.
Als astronauten die net geland zijn lopen we terug richting de omkleed plaats waar we onze euforie kunnen uiten, we worden onthaald met warme chocomelk en koekies. Na nog een foto met beide gidsen vertrekken we van de plek des onheils.
We besluiten via de Kerid krater naar Stokkseyri te rijden een soort Zierikzee.
De Kerid krater is prachtig en er lopen verbazingwekkend weinig toeristen rond.
We rijden door naar Stokkseyri waar we de oudste visserhuisjes van IJsland fotograferen.
En voort gaat het weer richting Reykjavik, het lijkt wel of we in Zeeland rijden. Vlak, graslanden, veel wind en regen en een soort duinen met i.t.t. Zeeland zwart zand stranden.
Uiteindelijk komen we weer in Reykjavik aan en het reisgezelschap deelt met elkaar de belevenissen van de dag. We sluiten de dag af met een diner in het Old Iceland restaurant en klinken op een fantastische tocht door IJsland.
Daarna keren we terug naar de kamer want we moeten vroeg op; om 04:30 staat de bus voor de deur om ons naar Keflavik airport te brengen.