Gunung Ijen, de exploitatie van een vulkaan

Om half twaalf gaat het duikboot alarm van de WHT af en met een schok laat de Traveler zich uit bed vallen om onmiddellijk vast te komen te zitten in de reisklamboe die een paar uur geleden om het bed was gedrapeerd. Met wat lichte vloekjes weet de Traveler zich te ontdoen van het anti-muggengaas en maant Marina tot snel ontwaken want een van de spectaculaire bezoeken tijdens deze Wormholetraveling staat op het punt te gaan gebeuren.

Onze trouwe butler heeft inmiddels koffie en thee klaar gezet en de Traveler en Marina maken zich klaar want ze worden om middernacht opgehaald door een gids en chauffeur voorzien van een Nissan Patrol uit 1982. We gaan namelijk de Gunung Ijen bezoeken en afdalen in de krater om het blauwe vuur te zien, wat alleen ‘s nachts waargenomen kan worden.

Ijen is een complex van stratovulkanen op het Java in de provincie Oost-Java. De caldeira van de vulkaan is 20 kilometer breed. De vulkaan is 2296 meter hoog en actief.

Om stipt twaalf uur staan de gids, chauffeur en jeep gereed en stappen De WHT & co. in. Voorzien van zes lagen kleding, bergschoenen, regenjassen, schijnwerpers en flessen water zijn ze volledig voorbereid op wat een heroïsche klim gaat worden. Het is regenachtig weer maar dat hoeft niet tot afgelasting van de tocht hoeft te leiden.

We rijden in het aardedonker naar de Caldeira en komen erachter dat de chauffeur handen tekort komt, om naast de haarspeldbochten te overwinnen, ook het beslagen raam van condens te ontdoen. Gelukkig helpt de gids hem hierbij en dat stelt de Traveler enigszins gerust, want deze heeft het gevoel, dat we langs diepe afgronden gaan en dat de chauffeur daarop moet concentreren. Regelmatig rijden we in de dichte mist wat er op duidt dat de wolken op een lager niveau hangen en dat we op 2296 meter waarschijnlijk boven de wolken uitkomen.

De hike die we gaan doen is er een van de buitencategorie; we dienen in totaal zo’n 4 km heen en 4 km terug te overbruggen, waarbij 700 m geklommen worden en 700 m afgedaald dienen te worden met stijgings- en dalingspercentages van meer dan 60 %. We starten op 1873 m hoogte en zullen uiteindelijk op de kraterrand op een hoogte van 2296 m zijn. De WHT verheugd zich erop maar Moeder Jachthaven heeft zo haar twijfels over deze tocht bergop wat niet haar specialiteit is.

Uiteindelijk komen we aan in Paltuding waar wij met de gids aan de hike gaan beginnen.

De eerste minuten gaan prima, het regent lichtjes en er zijn meer mensen die aan deze beklimming begonnen zijn. In het pikkedonker is van de omgeving niet zoveel te zien maar door de schijnwerper die de Traveler op zijn hoofdeksel heeft gemonteerd, heeft de WHT voldoende zicht in de soms mistige omstandigheden. De weg begint steeds steiler te worden en op een gegeven moment moet zelfs de gids even uitblazen en geeft Marina te kennen dat het te zwaar wordt.

Gelukkig is er voor haar een alternatief, ze kan met een soort becak voortgetrokken door drie mannen (twee trekkend, een duwend) naar de kraterrand gebracht worden. Deze mannen cirkelen als een soort gieren rondom potentiële slachtoffers onder het uitroepen van een lokroep “taxi, taxi!”. De prijs is niet mals maar het is voor Marina het enige alternatief om het blauwe vuur te kunnen zien voordat het daglicht intreedt. Marina besluit het te doen en drie klapperjavanen beginnen haar naar boven te zeulen.

Wij spreken met de gids af dat de Traveler en de gids samen omhoog gaan en dat wij Marina weer zien op 2/3 van de klim bij een soort koffiehut waar iedereen op adem komt en koffie neemt om weer op temperatuur te komen. De gids en de Traveler gaan er vandoor, niet nadat wij Marina uitgezwaaid hebben.

De Traveler loopt in lekker tempo omhoog en merkt al snel dat de gids hem niet kan bijbenen en op een gegeven moment zelfs moet gaan wachten op de gids, die amechtig hijgend moet stil houden. Collega’s van de gids steken hun duim op naar de Traveler die het allemaal nog niet zo zwaar vindt en uitlegt aan de gids dat hij ook in Nepal gelopen heeft. De Traveler is inmiddels behoorlijk gestegen in de achting van de gids, die natuurlijk dacht met twee watjes te maken te hebben, toen Moeder Jachthaven voor de chickenrun koos. Inmiddels is hij van die gedachte afgestapt en loopt naar adem happend achter de Traveler naar boven.

Bij de koffietent aangekomen is het een komen en gaan van uitgeputte mensen die het behoorlijk zwaar hebben deze Mont Ventoux onder de hikes te volbrengen.

Na 10 minuten gewacht te hebben komt Marina gezeten als een vorst op haar karretje en voortgezeuld door drie pezige mannetjes aan bij de pleisterplaats. Ze heeft doodsangsten uitgestaan want soms hing het karretje bijna verticaal en flikkerde ze bijna het ravijn in. De mannen hebben zich klaarblijkelijk vergist in het gewicht van een Nederlandse vrouw want bij de pleisterplaats wordt besloten een reserve sleurder mee te laten gaan om uitputting van de drie reeds actieve sleurders te voorkomen.

Na een sanitaire stop en een bakje koffie gaat het verder richting top, de gids geeft de Traveler de vrije hand maar verzoekt hem op de top te blijven wachten, hetgeen de Traveler natuurlijk bevestigd, hij wenst niet meer risico te lopen.

Na twee en een half uur lopen bereiken we eindelijk de krater rand en nadat Marina zich bij de gids en de Traveler heeft gevoegd kunnen we de afdaling in de krater gaan maken. De gids vraagt ons de uitgereikte gasmaskers te testen en ervoor zorg te dragen dat ze op maat gemaakt zijn zodat ze niet afzakken. We zullen deze op de bodem van de krater zeker nodig hebben.

Dit heeft niets meer met wandelen te maken dit is puur afdalen tegen een bergwand; het paadje is maar een veertig centimeter breed en is glibberig en is bezaaid met losse stenen. Gelukkig is het duister en hebben de meeste mensen een zaklantaarn bij zich zodat je enigszins kunt anticiperen op hoe het pad loopt en waar je het beste je voeten kunt plaatsen.

Na een zware tocht van een uur bereiken we de bodem van de krater en laat de gids zien waar we het blauwe vuur kunnen zien.

Het blauwe vuur is een natuurlijk fenomeen waar uit het vloeibare zwavel, wat uit de krater bodem stroomt, de zwavelgassen spontaan ontbranden.

Dan zien we het vuur en blijven gebiologeerd staan kijken. Wij hebben geluk want we hebben er goed zicht op en de wind staat gunstig zodat we nog geen last hebben van de zwavel en maken vele plaatjes.

Na overleg met de gids besluiten we in de krater de zonsopgang af te wachten, de voortekenen zijn gunstig want het lijkt steeds helderder te worden.

Langzamerhand wordt het steeds lichter en kunnen we de kraterrand en nog veel belangrijker, het kratermeer onderscheiden. De Ijen heeft een blauw meer met een diameter van een kilometer. Dit meer is een van de zuurste meren op aarde. Langs de rand van het meer wordt constant zwavel gewonnen en de zwaveldampen stijgen altijd op.

Dan draait de wind en staat we vol in de zwaveldamp, ondanks dat het masker een filter heeft, krijgen we zwaveldamp in de ogen en keel en moet de WHT onbedaarlijk hoesten en tranen zijn ogen bijna uit hun kassen. Je ziet geen hand voor ogen en de eerste neiging is uit die wolk weg te lopen. Gelukkig raken de WHT en Moeder Jachthaven niet in paniek en blijven wachten tot de wind weer draait.

De gids vertelt later dat er bij zo een gebeurtenis een man in paniek is geraakt en in de zwavel krater is gevallen.

De Traveler heeft zijn lesje geleerd en houdt de zwaveluitstoot goed in de gaten en blijft op relatief veilige afstand.

Alle zilveren sierraden werden door deze intense zwaveldamp in een klap zwart, dat wordt weer poetsen voor de WHT.

De zwavel wordt in een vorm gesmolten en via keramische pijpen naar buiten geleid. Daar stolt het en vormt een gele massa die in stukken wordt gehakt en in rieten manden op de schouder naar beneden worden gedragen. Hoewel het lijkt op geel piepschuim weegt dit gemiddeld 90 kilogram. Het is een wandeling van ongeveer twee en een halfuur. Men loopt gemiddeld 2 keer per dag en krijgt per kilo betaald wat neer komt op €5,- per vangst. Het totaal salaris van 1 dag is dus ongeveer €10,-.

Het daglicht is nu volledig en langzamerhand wordt het tijd om weer de krater uit te gaan. Op diverse niveau’s zijn er prachtige panorama’s te zien en deze fotogenieke locaties worden dan ook vereeuwigd.

Op de kraterrand aangekomen lopen we hetzelfde pad weer naar beneden, de WHT gaat vooruit en Marina en gids gezamenlijk daarachter.

Na een uur gestaag afdalen komen we weer aan bij de jeep die ons weer terug brengt naar Kaliklatak.

Onderweg bewonderen we de reuzen varens die alleen op dit plekje van Java groeien.

Op de plantage aangekomen heeft de butler de ontbijttafel gedekt en kunnen we genieten van een heerlijk ontbijt.

Bijkomend van alle inspanningen lummelen we een beetje in huis want af en toe regent het en het is niet echt gezellig weer.

In de middag is het opnieuw makan makan, want dan wordt het middageten geserveerd rendang met nasi, heerlijk daar lust de Traveler wel pap van.

Gelukkig hoeven we ons na het eten niet te vervelen; we krijgen onderleiding van een gids en chauffeur een rondleiding over de plantage.

We nemen plaats in de landrover en de gids vertelt ons alles over het rubberproductie proces.

Van het schoonmaken

Drogen

Emballeren

Tot aan het betalen van de werknemers, die per twee weken betaald krijgen en een huis van de zaak mogen bewonen. Daarnaast hebben ze spaarfaciliteiten en kredietfaciliteiten

Na een verdere rondgang op de plantage waar we zien hoe rubber gewonnen wordt en leren dat er per persoon 500 bomen toegewezen zijn, waarvan er 250 per dag getapt mogen worden. De namen van de werknemers staan aangegeven bij het begin van het toegewezen areaal.

Een boom gaat 40 jaar mee en nieuwe bomen worden er tussen geplant.

We sluiten deze leerzame middag over rubber en koffie af met een kleine picknick boven op een heuvel met uitzicht over de plantage. Een heerlijk koppi koffie met wat snoeperij erbij.

Natuurlijk gaat de WHT met de gids op de foto.

Terug in het huis besluiten we nog even over de estate van de eigenaren te lopen en het een en ander te bewonderen.

Na een heerlijk afsluitend diner pakken we de koffers in, morgen gaan we per ferry naar Bali voor de laatste daagjes van deze wondermooie travel.