Jerash or is it Jarash ?

Vandaag bezoeken we Jerash. Niet nadat we eerst een prima ontbijt genoten na een goede nachtrust te hebben genoten, behalve de GPD en blossoming flower die de megafoon van de muzzle man aan de buitenkant van hun kamer hadden hangen en dus op het on christelijke tijdstip van half vier s ochtends wakker gebeden werden.

We stappen in de expeditie 4wd en begeven ons in de Amman’s ochtendspits. Veel toeteren en de randen van het toegestane op de weg opzoeken behoren tot de noodzakelijke eigenschappen die een chauffeur in het Jordaanse verkeer nodig heeft. Tel daarbij een nav systeem wat wat traag werkt en je hebt het recept tot chaos in de expeditie wagen. Gelukkig wist Moeder Jachthaven iedere keer de WHT door het verkeer te lozen, zelfs als er een afslag gemist werd of dat er op levensgevaarlijke wijze een u-turn op de snelweg gemaakt moest worden. Grappig is eigenlijk wel dat Jerash soms ook als Jarash vermeld staat wat tot de nodige verwarring leidt.

De streek rondom Jerash is ronduit heuvelachtig te noemen en de 4wd had soms moeite met het nemen van de heuvels in de juiste versnelling. Uiteindelijk komt het gezelschap later dan gepland aan op de parkeerplaats voor de archeologische opgravingen. En warempel ondervinden we één Marinaatje op de bomvolle parkeerplaats; in de schaduw rijdt een jong stel weg en laat aan ons deze goede parkeerplek.

Zoals gezegd, Jerash ( Arabisch : جرش Ǧaraš ; Oudgrieks : Γέρασα Gerasa ) is een stad in het noorden van Jordanië . De stad is het administratieve centrum van het Jerash-gouvernement en heeft vanaf 2015 50.745 inwoners. Het ligt 48 kilometer ten noorden van de hoofdstad Amman .
Het vroegste bewijs van vestiging in Jerash is op een neolithische plaats die bekend staat als Tal Abu Sowan, waar zeldzame menselijke overblijfselen uit ongeveer 7500 voor Christus werden ontdekt. Jerash bloeide tijdens de Griekse en Romeinse periode tot het midden van de achtste eeuw AD, toen de aardbeving in Galilea in 749 grote delen ervan vernietigde, terwijl daaropvolgende aardbevingen bijdroegen tot nog meer vernietiging. Echter, in het jaar 1120 beval Zahir ad-Din Toghtekin, Atabeg van Damascus een garnizoen van veertig man om een fort te bouwen op een onbekende plek met de ruïnes van de oude stad, waarschijnlijk de hoogste plek van de stadsmuren in het noorden -oostelijke heuvels. Het werd in 1121 veroverd door Boudewijn II , koning van Jeruzalem , en volledig verwoest. Toen lieten de kruisvaarders Jerash onmiddellijk in de steek en trokken zich terug in Sakib (Seecip); de oostgrens van de nederzetting.Jerash werd vervolgens verlaten totdat het opnieuw verscheen aan het begin van de Ottomaanse heerschappij in het begin van de 16e eeuw. In de volkstelling van 1596 had het een bevolking van 12 moslimhuishoudens . Archeologen vonden echter een klein Mamluk- gehucht in de noordwestelijke wijk, wat erop wijst dat Jerash vóór het Ottomaanse tijdperk werd hervestigd. De opgravingen die sinds 2011 zijn uitgevoerd, hebben licht geworpen op de Midden-islamistische periode, aangezien recente ontdekkingen een grote concentratie van Midden-islamitische/Mamelukse bouwwerken en aardewerk hebben blootgelegd. De oude stad is geleidelijk aan onthuld door een reeks opgravingen die in 1925 begonnen en tot op de dag van vandaag voortduren.Jerash is tegenwoordig de thuisbasis van een van de best bewaarde Grieks-Romeinse steden, waardoor het de bijnaam ” Pompeii van het Oosten” kreeg.

Allereerst bezoeken we het bezoekerscentrum waar Moeder Jachthaven de kamer van de manager mag fotograferen met alle diploma’s.

Daarna vergapen we ons aan alle mooie snuisterijen die uitgestald zijn.

Het gezelschap doorkruist het immense archeologische veld en spot de vele beroemde overblijfselen zoals:

Hadrianus’ triomfboog

Hippodroom

het Forum

Het ovale forum

Het zuidelijke theater

Tetrapylon

De cardo maximus

Het Nymphaeum

Na toch wel redelijk gebraden te zijn in de bloed hitte, besluiten we dat we genoeg oude stenen gezien hebben en nemen plaats op het terras van het chauffeurs cafe voor wat koele versnaperingen en iets voor de inwendige mens.

Daarna vertrekken we richting Ajlun Castle waarmee we onze sightseeing van vandaag afsluiten. Daar aangekomen moet eerst de Jordan Pass getoond worden en daarna is er een security check. Dit keer is de WHT de pisang en kan hij zijn volledige inhoud van de rugzak uitpakken. Gelukkig is alles ok en kan het gezelschap doorlopen en kan het bezoek beginnen

In het begin van de 12e eeuw werd een fort gebouwd door een garnizoen dat gestationeerd was in het gebied van de Zahir ad-Din Toghtekin, atabeg van Damascus . Baldwin II, koning van Jeruzalem , veroverde en verbrandde het fort in 1121-1122 CE. Hoewel de naam van het fort is Ajloun Castle ( Arabisch : قلعة عجلون ; Qalʻat ‘Ajloun), is de middeleeuwse naam Qalʻat ar-Rabad. Het is geplaatst op een heuveltop die behoort tot het district Ajloun, ook bekend als Jabal ‘Auf, naar een bedoeïenenstam die het gebied in de 12e eeuw had veroverd. Vanaf de hoge grond bewaakte het kasteel drie wadi’s die afdalen naar de Jordaanvallei . Het werd gebouwd door de Ayyubiden in de 12e eeuw en vergroot door de Mamelukken in de 13e.


De naam ‘Ajlun gaat terug naar een christelijke monnik die in de Byzantijnse periode op deze berg woonde. Het kasteel was de kern van een nederzetting die is uitgegroeid tot de huidige stad Ajloun. De zich ontwikkelende faubourg van het kasteel leidde tot zijn tweede naam, Qalʻat ar-Rabad, “het kasteel van de faubourg” of “het kasteel met de buitenwijken”. Deze naam klinkt nog steeds door in de achternaam van een grote en gerenommeerde christelijke familie die tot op de dag van vandaag de meeste landbouwgronden in de directe omgeving van het kasteel bezat, de Al-Rabadis.


Het kasteel van Ajlun bevindt zich op de plaats van een oud klooster, waarvan de sporen zijn ontdekt tijdens archeologische opgravingen.

Twee grote verwoestende aardbevingen troffen het kasteel in 1837 en 1927. Onlangs heeft het ministerie van Oudheden van Jordanië een programma gesponsord voor de restauratie en consolidering van de muren en heeft het de brug over de fosse herbouwd.

Na al dit moois aanschouwd te hebben rijden we weer terug richting Amman. De navigatie geeft een shortcut aan die het gezelschap via een reservaat laat rijden. Op de weg past nauwelijks een auto en het is zelfs voor de 4wd behoorlijk steil. We komen bijzonder mooi gekleurde bomen tegen en zelfs een behoorlijk volle rivier in dit droge jaargetijde.

Het tijdstip van terug rijden is niet erg handig gepland want juist vandaag blijkt de spits de grootste van dit jaar te zijn aldus de Jordaanse ANWB. Gelukkig zijn de navigator Moeder Jachthaven en de WHT goed op elkaar ingespeeld en wordt het hotel voor donker bereikt.

Na een heerlijke verfrissing in de hotel bar en een ditto douche besluit het gezelschap de avond af te ronden met een bezoek aan een Aziatisch restaurant wat heerlijke gerechten voorschotelt en het gezelschap voldaan richting bed laat vertrekken.

Morgen een bezoek aan de Citadel van Amman en in de namiddag naar Petra.

Leave a Reply