We moeten helaas al weer afscheid nemen van Kaisosi want we gaan verder de Caprivi Strook in richting Ngepi Camp gelegen aan de Okovango rivier. De Okavango-rivier, ook bekend als de Cubango-rivier, is het op drie na langste riviersysteem in zuidelijk Afrika en loopt 1.600 km naar het zuidoosten. Het begint op een hoogte van 1.300 meter in de zandige hooglanden van Angola . Verder naar het zuiden maakt het deel uit van de grens tussen Angola en Namibië en mondt het vervolgens uit in Botswana. De Okavango heeft geen uitlaat naar de zee. In plaats daarvan mondt het uit in de Okavango Delta of Okavango Alluvial Fan, een endorisch bekken in de Kalahari-woestijn.







Maar voordat we afscheid nemen wordt er na het prima ontbijt nog een potje midgetgolf gespeeld tussen de jongens en de meisjes.

Gelukkig winnen de jongens maar de meisjes spelen een hole in one op de laatste hole.




Toch wel redelijk opgewarmd beginnen we aan de reis richting Ngepi Camp. Het begint hier steeds meer op Afrika zoals je dat als westerling in je hoofd hebt te lijken.
Overal worden er spulletjes aangeboden en het is lekker chaotisch. Vrolijke kinderen die zwaaien en poses aannemen als ze zien dat ze gefotografeerd worden.








Zo af en toe stoppen we voor een plasstop of om de benen te strekken. We zien baobabs van behoorlijk formaat.

Na een aantal uur sturen komen we in de buurt van onze verblijfplaats, we besluiten eerst een waterval te bezoeken die eigenlijk eerder een stroomversnelling bleek te zijn.





Gelukkig voor MJ zijn er klassen op bezoek en na overleg met de docent mag Moeder Jachthaven hen fotograferen.


En na een klein drankje rijden we door om uiteindelijk de afslag te missen gelukkig bemerken we het en keren op tijd om. De asfaltweg houdt weer eens op en gaat over op een zanderige dirt road. Als snel blijkt dat de eigenaren grappige jongens zijn; overal zijn er bordjes geplaatst waarop aangegeven welke kant de 4WD en 2WD moeten rijden maar uiteindelijk blijkt dat het allemaal hetzelfde is.




Uiteindelijk arriveren we in het Ngepi Camp, wat een leuk opgezet resort. We voelen ons er onmiddellijk thuis en blijken rivierhutten te hebben. We krijgen instructie om onze zaklantaarns bij de hand te hebben als we na zes uur ‘s avonds over het resort lopen. Het blijkt namelijk dat de Hippo’s en leeuwen bij tijd en wijle over het resort struinen.

Na kwartier gemaakt te hebben in onze rivierhut waar we ons verheugen om daar de nacht door te brengen met alleen een een klamboe als scheiding tussen de beesies. Wij zijn van alle gemakken voorzien, een buiten douche, een wasbak met spiegel, een wc en slaapkamer met zicht op de rivier.


We duiken de bar in en ontmoeten daar opnieuw de Wageningers die aan hun laatste dagen beginnen.

Het is een grote gezelligheid en gelukkig hebben we net op tijd diner gereserveerd zodat we mogen aanschuiven.

Het is weer eens een buffet wat geopend wordt door de cheffin. Daarna breekt een waar pandemonium uit want een grote groep Oostenrijkers stort zich als een leger termieten op het eten, gelukkig anticipeerde MJ en Ploffer uitstekend door zich voor de aanstormende meute te positioneren en de borden voor het gehele reisgezelschap te vullen. Het is eigenlijk wel vermakelijk wat er gebeurd, de dames van de keuken zien het met lede ogen aan. Inmiddels is het aarde donker geworden en zwellen de geluiden van de rivier en het aanpalende oerwoud aan. We zoeken ons mandje op en met de petzel op het hoofd lopen we richting ons onderkomen. Onderweg horen we geritsel en gegrom en gefluit. We spotten een soort mini muisachtige die als een lemuur van van boom naar boom springt. Na 10 minuten gelopen te hebben komen we aan bij de hut die we inspecteren op ongedierte. Na ons afgespoeld te hebben kruipen we in bed, huiverend wachten we de nacht af. Hopelijk kan de WHT morgen verslag uitbrengen.