Over plantjes, poppen en een rivier

Na de hectische dag gisteren doen we vandaag wat rustig aan. We gaan zometeen onderweg naar Bogor en onderweg, aldus de driver, gaan we ‘many good things’ zien. Alvorens het zover is genieten we eerst van een ‘early swim’ en uitgebreid ontbijt. Er is van alles te kiezen Europees, Aziatisch en Indonesisch. De Traveler gaat voor Soto Ayam en Nasi Putih en wat heerlijk fruit toe.

We vertrekken richting Bogor waarbij we een deel van de tolroute gebruiken. De gebruikelijke binnendoor sluip door wegen zijn niet aan de orde vandaag omdat onze travel- mobiel een oneven kentekenplaat heeft en dan niet down town Jakarta in mag.

Het is maar goed dat we via de tolroute gaan want het staat shocking klem op de route nationaal. Het lijkt wel zwarte maandag. We schieten lekker op en zelfs op de tolroute komt er af en toe wat leuks voorbij. Uiteindelijk arriveren we in Bogor.

Bogor heette vroeger Buitenzorg, vernoemd naar het gelijknamige landhuis. De    stad groeide rondom dit landhuis en werd geliefd bij de Nederlanders wegens de           gezonde leefomstandigheden. Het huis werd eerst bewoond door Stamford Raffles en later in 1870 tot en met 1942 verbouwd en uitgebreid tot een voornaam paleis      voor de Nederlandse gouverneurs-generaal.  Sinds de onafhankelijkheid is dit paleis één van de vijf officiële woningen van de  Indonesische  president.  Een roedel herten, geïmporteerd uit Nederland zijn nog een levende herinnering aan tijden van weleer. Bogor ligt op een hoogte van 290 meter aan de voet van Gunug Salak (2211m). In het oosten waken de vulkanen Gunung Pangrango (3019m) en Gunung Gede (2950m) over het plantenstadje. Bogor wordt vanwege een regenval van 3000 tot 4000 mm per jaar en een record aantal stormen van 322 per jaar met recht de ‘regenstad’ genoemd. Wij hebben geluk want de gehele dag is het lekker zonnig en geen wolkje aan de lucht te zien.

Hoogtepunt van de dag wordt het bezoek aan de Botanische tuin Kebon Raya Bogor. In 1817 werd begonnen met het aanleggen van de beroemde botanische tuin –Kebon Raya Bogor . Hier groeien  ruim  15.000 plantensoorten  van  de  hele  wereld:  400 palmsoorten,  5000 bomen  en  3000 orchideeën.

Aangezien we 78 hectare niet volledig kunnen bestrijken hebben we een gids genomen die ongeveer twee uur met ons gaat rondlopen en ons wat over de planten en bomen verteld. Er is heel wat te zien en het is lekker koel onder de bomen. We kijken onze ogen uit en genieten van deze prachtige botanische tuin.

Rotan hoort natuurlijk ook in de plantentuin.

Koffie natuurlijk aanwezig.

Ook vinden wij er Manneke Pis aldus onze gids………..

In het linker deel van het park passeren wij “het tropische regenwoud”, de palmbomen, de bamboe en de tuin die ter na gedachtenis van directeur Teijsmann is aangelegd. Niet ver van zijn gedenksteen ziet wij aan de linkerkant een oud Nederlandse begraafplaats.Daarna gaan wij richting het presidentiële paleis, waar de   Nederlandse   gouverneur-generaal heeft gewoond en dat tegenwoordig dient als een van de officiële woningen van de Indonesische president.

Hier werd vroeger mee geschilderd, zg bokkenpoten ……..

Na een korte lunch stoppen wij bij een poppenmaker, de goede man inmiddels 85, is een fenomeen en heeft een repertoire van 300 karakters. De kop wordt uit blank hout gesneden en gebeiteld, het schilderwerk doet een zoon en zijn vrouw levert de kleren. Hij heeft een imposante collectie en maakt in opdracht.

p1010179.jpg

Na al deze fantastische nijverheid gaan we naar ons onderkomen voor de nacht, de Happy Valley. De Happy Valley is een homestay die aan een rivier ligt en een soort mini jungle als tuin heeft. Bij aankomst sjouwen twee kleine indo’s alle koffers naar beneden wat een behoorlijke prestatie is want de Traveler & co hebben een respectabele 100 kg te verplaatsen. We maken kwartier en spreken af met de eigenaar dat we rond half vijf de korte wandeling onder leiding van een gids door de dessa willen maken. Daarna verblijven we kort aan de rand van het zwembad maar omdat het plotsklaps betrekt, verkassen we terug naar de kamer. Daar installeren wij de reisklamboe, die moet voorkomen, dat we tijdens de slaap, lek geprikt worden door de muskito’s.

Om kwart voor vijf melden we ons bij de receptie voor een lekker stukje wandelen. De Traveler, die het in de verte hoort donderen vraagt aan de gids of het gaat regenen. “Maybe yes Maybe no ” is het antwoord. Kortom we besluiten te gaan en gewapend met een bamboe stok struinen we achter de gids aan. We lopen de home stay uit en komen in het aanpalende dorpje terecht en lopen via een doolhof aan straatjes en gangetjes het dorp weer uit. Inmiddels begint het te druppen en passeren de rivier via een brug. Langzamerhand begint het niet alleen te regenen, ook onweer is ons deel.

Aangezien het nu behoorlijk door regent besluit de gids te schuilen onder een boom, niet echt handig bij onweer maar meer is er eigenlijk niet. Nu worden we echt nat en de Traveler’s hoed begint langzamer hand doorlek plekken te krijgen. De gids krijgt er nu echt zin in en zegt dat we door moeten. De Traveler vraagt of ie een zwemdiploma heeft, want het water begint nu echt met stortbakken tegelijk naar beneden te komen.

We trekken door en binnen een mum van tijd hebben we geen droge draad meer aan ons lichaam en de paden waarop we lopen, veranderen in spekgladde glijbanen. We lopen door een rijstveld en op een gegeven moment bereikt de Traveler het punt om eens goed chagrijnig te worden. Het lijkt wel of de gids dat aanvoelt want hij begint uit volle borst vader Jacob te zingen terwijl hij door de rijstvelden banjert. Uiteindelijk na een paar diepe dalen overwonnen te hebben komen we weer in de buurt van de home stay alleen nu dient de inmiddels gezwollen rivier doorwaad te worden.

Eerst moeten we door het allang allang en ja hoor een Boa denkt dat wij herten zijn en komt ons achterna.

Door een paar keer met de stok op de rotsen te slaan gaat de snoodaard er vandoor. Met moeite weten we de heftige stroming te overwinnen en bereiken de overkant.

Als verzopen katten weten we ons op de kant te hijsen.

En met het water uit alle hoeken gaten komend, komen we weer aan bij onze kamer. Zo goed en zo kwaad als we kunnen, hangen we alle spullen te drogen en douchen we me lauw/koud water alle vuiligheid van ons af.

‘s Avonds laten we het diner bij een gezellig lichtje prima smaken. De kokkie kan er wat van, we laten niet veel heel van de aangeboden gerechten. En zo eindigde een mooi dagje opnieuw in stijl.

One thought on “Over plantjes, poppen en een rivier

Leave a Reply