Deze ochtend zijn we vroeg op en gaan we een korte hike doen in Catalina park. Het is een in onbruik geraakte motorrace- locatie, gelegen in Katoomba en wordt erkend als een Aboriginal Place vanwege de lange verbinding met de lokale Gundungarra- en Darug – clans met het gebied. Het circuit van 2,1 km werd geopend op 12 februari 1961. De baan werd minder gebruikt met de opening van andere circuits dichter bij Sydney , zoals Oran Park en Amaroo Park.
In de jaren tachtig werd de baan alleen gebruikt voor rondes met enkele auto’s tegelijk op de baan en werd hiervoor tot halverwege de jaren negentig gebruikt.


Het circuit bestaat nog steeds en er kan over worden gelopen, maar het is behoorlijk verslechterd met gras dat door het baanoppervlak groeide op wat Lockheed Straight en Dunlop Corner was, en door waterinsijpeling is een deel van het circuit tussen Craven A – bocht en Castrol – hoek ingestort. Het is een ecologisch en cultureel gevoelige plek. Vóór de blanke nederzetting , gebruikten de traditionele eigenaren van de Gully (Catalina Park) – de Gundungurra en Darug-volkeren – de Gully als zomerkamp. De vestiging aan de voet van de bergen dwong veel Gundungurra- en Darug-mensen zich ruim voor 1950 permanent in de Gully te vestigen. De overstroming van de Burragorang-vallei in de jaren vijftig maakte dit proces onomkeerbaar. In 1946 werd hun relatief vreedzame samenleven verbrijzeld toen het gebied werd ontwikkeld als een toeristisch park. De Kedumba-kreek die naar de Katoomba-watervallen stroomt, werd afgedamd en vormde een siermeer. De laatste traditionele eigenaren werden in 1959 met geweld verwijderd. Het trauma dat aan het land en aan de gemeenschap van mensen die in en rond de Gully woonden werd veroorzaakt, was diep – en weergalmt nog steeds. De Gully werd op 18 mei 2002 uitgeroepen tot Aboriginal Place.









Hoewel er nog niets in de annalen van de Mountains City Council staat, is het een feit dat er sinds 2002 langzaam een aanzienlijke hoeveelheid goodwill is opgebouwd in Katoomba.
Het is deze ochtend druilerig en de sfeer in het park is door de mist flarden best wel spooky. Je kan duidelijk zien dat het niet veel gebruikt wordt.

De WHT krijgt bijna een hardverzakking als er vanuit de mist ineens twee zwarte geelstaart kaketoes over hem heen zweven, terwijl ze harde schreeuwen geven. De geelstaartzwarte kaketoe is een zeldzame grote kaketoe afkomstig uit het zuidoosten van Australië met een lengte van 55-65 cm. Andere veelgebruikte namen zijn de geeloorzwarte kaketoe en wylah . Wy-la was een inheemse term uit de Hunter-regio van New South Wales. Wat grappig is dat De liervogel met enig succes de contactroep van de volwassen geelstaartkaketoe kan nabootsen.


We ploegen door het ongebaande pad en hebben het idee in een kreek te lopen in plaats van een pad.



Gelukkig zijn de mega spinnenwebben op afstand te zien en kunnen deze vermeden worden.

Na een half uur hiken keren we terug richting Katoomba.

Bij de Elephant Bean scoren we koffie terwijl we ons verbazen over de auto van een Vax wappie.



Dan gaan ThoLau weer aan de arbeid en rijden de WHT en MJ richting Blackheath.
We stoppen bij het Hydro Majestic Hotel uit 1910, wat is gelegen in Medlow Bath. Het hotel ligt op een klif met uitzicht op de Megalong-vallei aan de westelijke kant van de Great Western Highway .
Er zijn drie belangrijke gastenvleugels in het hotel: Belgravia, Hargravia en Delmonte. Een belangrijk kenmerk is de Casino-koepel. De koepel werd gekocht in Chicago en verscheept naar Australië, voordat hij per ossentrein naar de Blue Mountains werd verscheept en ter plaatse weer in elkaar werd gezet. Je kan hier een geweldige high tea krijgen maar daar is het nog te vroeg voor.
De WHT parkeert de tank en stapt uit, tot zijn grote gruwel ontdekt hij, dat hij op een spin gezeten heeft die er nu onbeweeglijk bij ligt. Ibu Marina probeert het beest met een papiertje uit de auto te schuiven als het plotsklaps zich omdraait en in volle grote (5 cm) ontsnapt in een spleet in de stoel. Met een lepel weet Ibu Marina de spin weer uit de spleet te schuiven en zonder gebeten te worden, het uit de auto te krijgen.


Na consultatie van De spinnen-specialist blijkt dat we een orb weaving spider in de auto hadden, geclassificeerd als low risk and non-aggressive.

De hartslag van de Traveller komt weer op normaal nivo en we besluiten in het paviljoen een koffie met taart te scoren.




We kijken nog even in het hoofdgebouw wat inderdaad oude grandeur uitstraalt. Ook krijgen we nog te horen van ThoLau dat de aanmaak houtjes die we te drogen hadden gelegd op de open haart inderdaad droog waren geworden en dusdanig droog waren geworden dat ze vlam vatte. Gelukkig is de B&B niet afgefikt en kunnen ThoLau rustig hybride blijven werken.





Daarna rijden we naar Blackheath waar we de plaatselijke retailers een bezoek brengen. En inderdaad zijn er veel leuke winkeltjes met allerlei snuisterijen.



Vooral het voormalige the Victory Theatre is verassend; een cafe waar we heerlijke tosti’s scoren ( zuurkool met cornedbeef en mosterd) en waar de Serveerster op verzoek een foto maakt en en passant een selfie maakt.


Ook huist het een heuse antiek annex vlooienmarkt waar MJ lange tijd rondstruint.




Om twee uur ‘s middags besluiten we een drie uur durende hike te doen die van Govetts Leap naar Evans Lookout gaat.
In het bezoekerscentrum wordt precies beschreven hoe te lopen, het is geen makkelijke hike want het gaat steil naar beneden en daarna weer steil omhoog.







We hebben zicht op duizelingwekkend hoge watervallen en op vegetatie die je nergens anders in de wereld treft. Ook zie je hier hoe snel het bos hersteld van een bosbrand.










Ook hier treffen we weer allerlei fauna aan; gigantische mieren zoals de bull ant, kevers die tjilpen als mussen en scharrelende hagedissen op zoek naar insecten om op te peuzelen.







Precies anderhalf uur doen we erover naar Evans Lookout , nadeel is dat we niet genoeg water hebben meegenomen en dat we dus op de terugweg water op rantsoen hebben.



Ibu Marina heeft het moeilijk want ze loopt tegen oververhitting aan en normaal wordt dat gekoeld met water wat nu maar in kleine beetjes kan. De Traveler vindt drinken uit de beek niet verstandig ondanks dat het helder water is.

Ook begint de zon te zakken en moet het tempo worden opgevoerd om niet in het donker te geraken.

Uiteindelijk arriveren we weer waar we begonnen zijn in Govetts leap en klimmen in de city tank.
Na een snelle spinnen inspectie rijden we terug richting B&B waar ThoLau na een dagje hybride werken op ons wachten om samen een heerlijk maaltje te bereiden en een potje klaverjassen. Met toch wel verzuurde benen gaat de Wormholetraveler richting bed.