Een boze blauwe groper en vliegende vosjes

Vandaag onze laatste dag in Bondi voordat we morgen naar huis vliegen. Het gezelschap heeft vandaag gesplitste activiteiten want ThoMar gaan snorkelen in Gordon’s Bay. En LauTra gaan shoppen en vliegende honden scoren.

De dag begint goed want er is zon en het gezelschap is zoals gebruikelijk vroeg op. Na ontbijt en koffie dit keer nog een revanche klaverjas die door de jonge garde over de streep getrokken wordt.

Dan is het tijd voor het gezelschap om zich te splitsen; Lau en de Traveler brengen ThoMar naar Gordon’s Bay en gaan zelf door richting Centennial Park.

Gordon’s Bay, ook wel bekend als Thompson’s Bay, is een strand tussen Clovelly en Coogee Beach. De baai staat bekend om de verschillende riffen en koralen en is daardoor een populair snorkelgebied met een overvloed aan zeeleven.

Het is ook bekend om kleine aluminium boten die bekend staan als dinghies of in de volksmond als “tinnies” die worden gevonden op houten rekken op het droge zand. Ze zijn van leden van de Gordon’s Bay Amateur Fishing Club.

Gordon’s Bay staat, net als de omliggende gebieden, bekend om zijn overvloed aan zeeleven. De baai maakt deel uit van het waterreservaat Bronte-Coogee dat uit verschillende stranden en baaien bestaat. Door een drop-off op de rotsachtige rotswand is het waterleven zeer prominent aanwezig in het gebied met een breed scala aan soorten. Er is echter geen volledige vrijheid voor vissers, aangezien er beperkingen zijn om overbevissing van bedreigde soorten te voorkomen. Een voorbeeld van een vis met bescherming is de blauwe groper (Achoerodus viridis).

De Gordon’s Bay Underwater Trail is een 600 meter lang onderwaterpad gemarkeerd door een ketting die is bevestigd aan trommels gevuld met beton die met tussenpozen van 20 meter langs de zeebodem zijn geplaatst. Stalen platen langs de route geven informatie over onderwaterecologie en lokale waterdieren. Het diepste punt is 14 meter en onderweg zie je waarschijnlijk oosterse voetballervissen en rode morwong .

ThoMar hebben diverse close encounters of the third kind met reuzen kwallen, Blue Groper, stingrays, koffervisjes en geep- en. Vooral de Blue Groper is redelijk territoriaal en Thomas moet zwemmen voor z’n leven.

Inmiddels zijn Lau en de WHT aangekomen in het Centennial Park. Centennial Parklands is de naam die wordt gegeven aan een groep van drie stadsparken in de oostelijke buitenwijken van Sydney . Bestaande uit ongeveer 360 hectare, bestaat het uit Centennial Park , Moore Park en Queen’s Park . Centennial park herbergt een aantal wilde dieren, waaronder vogels, konijnen en vossen. Het is ook de thuisbasis van een aantal paardensportscholen en andere huisdieren, zoals het Centennial Park Rabbit Retreat, een pension voor konijnen in het honderdjarige park.
Zoals gezegd heeft het Park een grote verscheidenheid aan dieren in het wild die hun thuis in het park hebben of het vaak gebruiken. Het assortiment omvat pelikanen, zwarte zwanen, wilde eenden, witte eenden, paarse swamphens, waterhoentjes, meerkoeten, Toulouse – ganzen, Emden – ganzen, schildpadden en paling, plus Europese karpers die in de vijvers van het park werden geïntroduceerd en nu als een plaag worden beschouwd.

Er is ook een kolonie vliegende vossen in het Lachlan -moeras (inclusief de grijskop vliegende vos ), die daar in 2010 begon te broeden. En dat is nu exact waar de Traveler heen wil. Het moeras is alleen via een loopplanken pad te bereiken en dus schuifelen Lau en de Traveler behoedzaam daarover heen totdat ze midden in de vliegende vossen kolonie staan.

Het is een oorverdovend lawaai die de kolonie produceert en bovendien regent het uitwerpselen.

Na een tijdje dit moois aanschouwd te hebben keren ze terug naar Gordon’s Bay

In een toch wel onrustige zee, weten onze duikers uiteindelijk weer aan land te komen en worden door Lau en de WHT weer opgepikt waarna het reisgezelschap weer terugkeert in het Bondi appartement.

ThoLau maken Smashed Avo voor lunch, zodat we in ieder geval weer bij de pinken zijn, voordat we een drankje gaan doen, samen met de vrienden van ThoLau

We parkeren de City Tank in Waterloo en lopen naar het Bloemkool hotel, wat geen hotel is, maar wel hotel genoemd is, omdat je dan een vergunningen krijgt om sterke drank te schenken. Meestal wordt er dan aangegeven, dat er een hotel kamer is, die altijd bezet is.

De sfeer is prima en de drank in de mens doet al gauw het regenachtige weer vergeten. We lachen wat af en nemen uitgebreid afscheid van deze clan.

Dan moeten we op, richting laatste avondmaal, wat in Restaurant Shaffa gaat plaats vinden.

Op de een of andere manier lijkt het juist om door een smalle doorgang te moeten schuiven die is ingeklemd tussen een 120 jaar oude kerk en een herontwikkelde 19e-eeuwse herberg om Shaffa te vinden.

Hier displayed Erez Nahum zijn kijk op Israëlisch straatvoedsel in Surry Hills. In zijn geboortestad Tel Aviv duikt het beste straatvoedsel op in kleine hoekjes en verborgen steegjes, en verdwalen is allemaal onderdeel van het plan. Het menu is op geen enkele manier het traditionele Israëlische menu, maar de taal die het spreekt is hetzelfde. Je moet je nishnush (snacks) onderscheiden van je matok (snoep), en dat het woord katan kleine gerechten aanduidt en gadol, grote.

We eten er geweldig en kijken terug op bijna een maand verblijf in Sydney. Alle mooie belevenissen passeren de revue en na het toetje is werkelijk de koek op.

In de nacht rijden we terug naar Bondi. Morgen vroeg op want het is een reisdag.

2 thoughts on “Een boze blauwe groper en vliegende vosjes

  1. Wat een heerlijke laatste dag ! En wat hebben jullie weer een prachtige en leuke reis gehadv!
    Dank weer voor het delen van alle verhalen en fotos! Tot de volgende keer ! Goede terugreis 👍

Leave a Reply